Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe (kosten)effectief is een veelzijdige implementatiestrategie van de richtlijn voor de behandeling van aspecifieke lage rugklachten in de eerstelijnszorg? Deze vraag staat centraal in het proefschrift van Arnela Suman waarop zij 4 december promoveert aan de VU.

Wereldwijd is lage rugpijn de oorzaak van acht procent van de beperkingen in het dagelijks leven voor 15-49 jarigen en negen procent bij 50-69 jarigen. Dat blijkt uit cijfers van de WHO (2017). In Nederland is in 2010 is een multidisciplinaire richtlijn ontwikkeld voor de behandeling van aspecifieke lage rugklachten met als doel de zorg te verbeteren en de zorgkosten te verminderen. In het proefschrift evalueert Arnela Suman de (kosten)effectiviteit van een veelzijdige implementatiestrategie om gebruik van deze richtlijn in de eerste lijn te bevorderen. Gekeken werd ook of het lukte de opvattingen van patiënten over aspecifieke rugklachten te verbeteren en het aantal verwijzingen naar medisch specialistische zorg en diagnostische beeldvorming te verminderen.

In het eerste deel van haar proefschrift kijkt Suman naar het langetermijneffect van een Canadese mediacampagne om de opvattingen over lage rugklachten te verbeteren. Na drie jaar is het aantal mensen dat vindt dat je actief moet blijven bij lage rugklachten gestegen van 56 procent naar 63 procent. Na zeven jaar zelfs naar 72 procent.

Suman onderzocht het effect van een veelzijdige implementatiestrategie in de eerste lijn. Hierbij moet gedacht worden aan geaccrediteerde nascholing, een educatief informatiepakket en nieuwsbrieven voor zorgverleners en onder andere een interactieve website, nieuwsbrieven en informatie over oefeningen voor patiënten. De data werd gehaald uit de elektronische dossiers van 5.130 patiëntcontacten. Er werd alleen een vermindering gevonden in het aantal verwijzingen lijn naar neurologen in de interventiegroep: van 100 keer op baseline naar 50 keer een jaar later. Voor de controlegroep, die de normale zorg ontvingen, was dit 48 keer op baseline naar 50 keer een jaar later. Uit de dossiers bleek ook dat de interventie niet effectief was voor het verbeteren van de opvatting over lage rugklachten in de zin van “blijven bewegen is goed” of het verminderen van werkverzuim. Desondanks  waren de maatschappelijke kosten €748 per patiënt lager in de interventiegroep dan in de controlegroep, voornamelijk doordat er minder werkverzuim en productiviteitsverlies waren in de interventiegroep. De kosten van de interventie waren €70 per patiënt.

Uit de procesevaluatie blijkt dat zorgverleners over het algemeen tevreden waren over de implementatiestrategie, maar wel veel barrières voor de richtlijnopvolging ervoeren. De implementatiestrategie werd ook nauwelijks gebruikt door de patiënten, wat mede kan komen doordat de zorgverlener de strategie niet besproken had met de patiënt of de strategie niet had aangeraden. Omdat de implementatiestrategie niet (kosten)effectief was, wordt verder gebruik van deze strategie niet aangeraden. En dat is ook goed om te weten!

Promotie Arnela Suman
Datum: 4 december 2018
Afdeling: Amsterdam UMC, Vrije Universiteit Amsterdam, Public and Occupational Health, Amsterdam Public Health research institute, Nederland
Promotor: prof. dr. J.R. Anema, prof. dr. M.W. van Tulder
Copromotor: dr. F.G. Schaafsma