Overslaan en naar de inhoud gaan

In de bovenste laag van de opperhuid zitten stoffen (biomarkers) die kunnen helpen bij de diagnostiek en de behandeling van patiënten met contacteczeem. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Sjors Koppes, uitgevoerd bij het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC-UvA) in samenwerking met afdeling dermatologie (VUmc), waarop hij op 8 november 2017 promoveerde aan AMC- Universiteit van Amsterdam.

Koppes heeft drie vormen van deze huidziekte onderzocht, de allergische, de irritatieve en de atopische variant. Veelal gaan de aandoeningen gepaard met jeuk en prikkelingen (de irritatieve vorm). In de beroepsbevolking komt dit type huidaandoeningen veel voor bij schoonmakers, kappers, werknemers in de zorg en in de horeca. Met de huidige diagnostische middelen is het moeilijk om de allergische vorm te onderscheiden van de irritatieve vorm. Ook kunnen de drie varianten van contactdermatitis bij één patiënt tegelijkertijd voorkomen. Het zoeken van biomarkers in de bovenste laag van de opperhuid is van waarde voor de behandeling van de ziekte, stelt Koppes. Voordat deze biomarkers in de praktijk kunnen worden ingezet is verdere evaluatie en validatie nodig.

Dhr. Sjors A. Koppes,  Stratum corneum biomarkers for inflammatory skin diseases

Promotoren zijn: prof. dr. M.H.W. Frings-Dresen (AMC-Universiteit van Amsterdam) en prof. dr. T. Rustemeyer (VUmc)
Co-promotor: dr. S. Kezic (AMC-Universiteit van Amsterdam)