Overslaan en naar de inhoud gaan
Door redactie op 22-11-2022 - 15:53

Na ruim 27 dienstjaren neemt bedrijfsarts/klinisch arbeidsgeneeskundige Bas Sorgdrager afscheid van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en de Polikliniek Mens en Arbeid. Opvolgster Charlotte Geelen zet zijn werk voort.

Een dubbelinterview met Bas Sorgdrager en Charlotte Geelen over gehoorschade en tinnitus, het belang van melden en het nut van werkplekbezoeken. ‘Op de werkplek zie en hoor je het pas.’

Bas Sorgdrager was vanaf de start van het NCvB betrokken. Bas, wat herinner je je van die tijd?
Bas: ‘We kregen direct alle wind in de zeilen. De wetgeving zat mee, het aantal vragen over beroepsziekten nam toe.’

Geldt dat ook voor jouw expertise Gehoor?
Bas: ‘Dat hebben we, hoogleraar Wouter Dreschler, Dick Spreeuwers en ik, zelf op de kaart gezet. We maakten een projectplan. Centraal stond daarin de vraag: Hoe krijgen we meer zicht op de betekenis van slechthorendheid op het werk, zowel voor preventie als voor behoud of terugkeer in werk?’ 

Wat was terugkijkend voor jou een mijlpaal?
Bas: ‘Dat was de meerjarige subsidie die we op basis van dat projectplan in 2003 van Stichting Instituut Gak (SIG) kregen. Daarmee hebben we samen met VUmc echt wat neer kunnen zetten. In zes jaar tijd slaagden we erin om een goede arbo-audiologiestructuur te ontwikkelen die werd verspreid onder audiologische centra in het land.’ 

Dat betekende ook de geboorte van het Expertisecentrum Gehoor en Arbeid?
Bas: ‘Ja, dat is toen opgericht. Daarin bedachten we werksystemen om slechthorende te onderzoeken en begeleiden. We keken hoe we de audiologische zorg meer op de werkenden konden afstemmen. We konden dat ook direct bij verschillende beroepsgroepen uittesten.
Van de NS kregen we het verzoek om voor de machinisten de belastbaarheid in kaart te brengen voor de veiligheidsgeschiktheid. Ook binnen de docentenpopulatie lopen veel mensen vast op gehoorproblemen.’ 

Charlotte Geelen is per 1 oktober 2023 gestart als opvolger van Bas Sorgdrager. Charlotte, hoe kijk jij aan tegen de mijlpalen waarover Bas nu vertelt?
Ik vind het heel knap hoe ze toen die subsidie hebben binnengesleept en hoe ze daarmee echt iets hebben kunnen neerzetten. Daar pluk ik nu mede de vruchten van. De richtlijn slechthorendheid en tinnitus voor bedrijfsartsen, waaraan ik ook heb mogen meewerken en waarvan Bas de trekker was, is een voortvloeisel uit het project dat Bas ooit gestart is.’ 

Wat is jouw achtergrond?
Charlotte: ‘Ik was logopediste, heb vervolgens geneeskunde gestudeerd en was een tijd in opleiding als KNO-arts. Dat was niet mijn pad en ik ben toen overgestapt op bedrijfsgeneeskunde. KNO heeft wel altijd mijn interesse gehouden. Sinds 2015 doe ik expertises om mensen te ondersteunen die dreigen vast te lopen of zijn vastgelopen in werk door slechthorendheid en/of tinnitus. Dit deed ik voor IKA-Ned en VUmc en nu dus sinds kort ook voor de Polikliniek Mens en Arbeid. Ik vind het mooi om mijn ervaring als bedrijfsarts en mijn achtergrond in KNO te combineren.’ 

Wat maakt voor jullie beiden arbeidsgebonden gehooraandoeningen een boeiend vakgebied?
Bas: ‘Vaak wordt gedacht dat het allemaal vrij simpel is.  Als je niet goed hoort, doe je een hoortoestel in en dan gaat het weer goed. Maar uiteindelijk zijn gehoorproblemen best complex en dat maakt het interessant. Wij moeten op vier peilers sturen; het auditief vermogen (wat kun je nog horen?), de auditieve eisen (wat moet je kunnen horen?), de auditieve belasting (hoeveel geluid kun je aan?) en de persoonlijkheid van iemand (hoe ga je met gehoorproblemen om?). In een Arbo-audiologische aanpak kijk je multidisciplinair; dat maakt het vakgebied voor mij zo waardevol.’
Charlotte: ‘Gehoorproblemen hebben een enorme impact op mensen. Als communicatie niet goed of minder goed gaat dan heeft dat niet alleen impact in je werk maar in je hele leven. Ik vind het mooi als ik eraan kan bijdragen om dat te verbeteren, om te zorgen dat die gehoorproblemen iets minder energie en ergernis kosten.’

Zien jullie die wegslippende energie door gehoorschade als onderbelichte kant van het vakgebied?
Bas: ‘Zeker. Mensen uiten vaak als klacht overmoeidheid, chagrijn of soms zelfs een depressie en dan blijkt de achtergrond slechter horen te zijn.’
Charlotte: ‘Veel mensen hebben de impact zelf vaak niet door. Ze worden zich dat pas bewust door onze vragenlijsten. Artsen hebben het niet door, andere hulpverleners hebben het niet door. Zelfs ik, die heel veel van gehoor weet, vergeet er vaak naar te vragen wanneer ik mensen met een burnout spreek. Communicatie is waar we als mensen voortdurend mee bezig zijn. In heel veel beroepen ben je er afhankelijk van. Je moet aan allerlei communicatie-eisen voldoen, er is achtergrondherrie. Dat kost heel veel energie. Je hersenen gaan enorm aan de puzzel om uit die brei van geluiden toch nog iets uit te halen.’
Bas: ‘De hoogleraar Sophia Kramer heeft wel eens geroepen: Heb je een communicatief beroep en ben je oververmoeid: doe even een hoortest. Daar zit wat in. Wees er alert op dat mensen in een burnout mogelijk veel energie verliezen doordat ze minder goed horen.’

Jullie bezoeken soms ook werkplekken. Hoe is dat?
Bas: ‘Dat ga ik enorm missen. Mijn laatste werkplekbezoek voer ik mee op een politieboot over het Sneekermeer. Je hoort dan zelf wat een hoop kabaal er is en kunt in kaart brengen met welke communicatie-eisen deze betreffende politieman te maken heeft. Dat krijg je het beste in beeld als je op stap gaat met zo iemand. Op de werkplek zie je het pas. Of in ons geval: op het werk hoor je het pas.’
Charlotte: ‘Dit is een superleuke kant van ons vak. Wij komen kijken naar het werk van anderen. Dat mag niemand anders.’

Bas, zie je in de afgelopen 27 jaar belangrijke doorbraken in het detecteren van gehoorschade en het bieden van oplossingen om door te kunnen werken? 
Bas: ‘De technische ontwikkelingen op het gebied van hoortoestellen gaan snel. Het lukt steeds beter om dat zodanig op maat te ontwikkelen dat ze in verschillende werksituaties van nut zijn. Dat zie je ook in de ontwikkeling van gehoorbescherming. Er is vaak een conflict van plichten. Je wilt je gehoor beschermen maar tegelijkertijd moet je ook kunnen luisteren, kunnen communiceren, waarschuwingssignalen kunnen horen. Dat is een interessante paradox, die Charlotte verder mag gaan oppakken.’
‘Opmerkelijk daarbij is dat juist mensen met een wat slechter gehoor extra gevoelig zijn voor vervelende geluiden. Ze komen harder binnen. Dat zien we bijvoorbeeld bij treinmachinisten met tinnitus die hinder hebben van het gieren van de wind door kieren. Ze doen dan een otoplastiek in hun oren om zich te beschermen, maar moeten wel kunnen communiceren en waarschuwingssignalen horen.’ 
Charlotte: ‘We gaan daarmee aan de slag. Binnenkort komt er een machinist voor een meting en gaan we in onze eigen cabine meten wat die otoplastieken precies doen. Dat is bij uitstek iets wat je niet bij een audicien maar wel in een Arbo-audiologisch centrum kunt meten.’

De registratierichtlijnen zijn onlangs geactualiseerd. Ze beschrijven criteria om gehoorschade en tinnitus als beroepsziekte te kunnen melden. Uit de laatste jaarrapportage Beroepsziekte in Cijfers blijkt dat er sprake is van ondersignalering. Er kwamen slechts 104 meldingen in 2021. Hoe verklaren jullie dat?
Charlotte: ‘Dat komt deels door het wegvallen van de structuur vanuit de bouwnijverheid. Het geeft aan hoe belangrijk zo’n structuur is. In het veld, als je elke dag als bedrijfsarts bezig bent, moet je voor zo’n melding echt even gaan zitten. Dat is wat ik zelf in de praktijk merk. Als daar een hele mooie structuur voor is en je kunt het, hop, meteen wegsturen dan ben je eerder geneigd dat te doen.’
Bas: ‘Er is inderdaad nog maar een handjevol artsen dat meldt. Dat komt ook, zo geven de artsen desgevraagd aan, doordat ze geen Preventief Medisch Onderzoek (PMO) meer doen. Voor ons is dat nog een zoektocht. Wordt het PMO niet meer uitgevoerd? Of worden de bedrijfsartsen er niet meer bij betrokken?’
Charlotte: ‘Ik zie dat ook in mijn eigen praktijk. Waar blijft het PMO? Werkgevers vinden het chique om allerlei lifestyle-dingen in te zetten. Maar wat echt nodig is om gehoorschade in kaart te brengen of te voorkomen of het doen van überhaupt een nulmeting blijft achterwege.’

Waarom is het zo belangrijk dat bedrijfsartsen beroepsgebonden gehoorschade en tinnitus blijven melden?
Bas: ‘De meldingen helpen om het onderwerp op de agenda te houden. Dat is de prikkel die ik probeer uit te zenden naar bedrijfsartsen; als je gehooraandoeningen niet meer meldt, dan wordt het ook niet meer serieus genomen. Terwijl het wel degelijk een serieus probleem is. Artsen beamen dat ook wel, maar uiteindelijk blaast de waan van de dag die urgentie vaak weer weg.’ 

Jullie geven veel uitleg over uitlokkende factoren voor tinnitus. Trekken jullie daarin met andere partijen op?
Bas: Er is een aantal clubs die zich met het onderwerp bezighoudt. Het Expertpanel Gehoor van veiligheid.nl brengt risicofactoren in kaart en er loopt een door de beroepsvereniging zelf opgezet onderzoeksproject naar de geluidsbelasting van vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Wij fungeren daarbij als een adviesgevend klankbord. De vereniging van audicienbedrijven zoekt contact met de beroepsvereniging van bedrijfsartsen om samen te werken bij de preventie van gehoorschade.’

Hoe is samenwerking met dit soort clubs?
Bas: ‘Ik ben heel erg tevreden over de samenwerking. De diverse sectoren weten ons altijd te vinden. Ik heb zelfs een keer moeten optreden op een congres voor een groep gipsmeesters die hinder hadden van het irritante geluid bij het openzagen van het gips. Ze weten ons wel te vinden. Dat komt ook doordat wij proberen regelmatig de publiciteit op te zoeken.’ 

Charlotte, is het zoeken van publiciteit iets wat jij verder wilt gaan uitbouwen?
Charlotte: ‘Ik ben eerst nog even wegwijs aan het raken op mijn nieuwe werkplek. Maar ik ben het helemaal met Bas eens dat publiciteit belangrijk is om het onderwerp op de agenda te krijgen en houden. Ik ben zeker van plan vooral door te gaan met het genereren van bekendheid en bewustzijn. Daar ga ik me vol voor inzetten.’

Tot slot Bas, met welke boodschap stuur je het NCvB en Charlotte de toekomst in?

Bas: ‘Mijn boodschap voor de komende jaren zou zijn: probeer het preventief medisch onderzoek (PMO) weer goed op de kaart te zetten. Dat heeft twee voordelen: het zorgt voor bewustwording bij mensen die zo’n PMO krijgen en het zorgt voor zichtbaarheid van de problemen en daarmee een grotere meldingskans.’