Overslaan en naar de inhoud gaan
Door redactie op 20-04-2021 - 10:31

Het Coronel Instituut heeft als WHO Collaborating Centre in Occupational Health de leiding genomen in twee systematische reviews die bijdragen aan een onderbouwde schatting van de impact die werk wereldwijd op de gezondheid heeft. 

De World Health Organization (WHO) en de International Labour Organization (ILO) benaderden voor dit ‘Work-related Burden of Disease and Injury’ project in 2017 wereldwijd zo’n 250 experts en verscheidene instituten. Het project dat begin 2021 werd afgerond leidde tot drie publicaties vanuit het Coronel Instituut.

door Carel Hulshof

In totaal werden elf werkgroepen ingesteld die elk de taak kregen een systematisch review te maken over de relatie tussen blootstelling aan een werkgebonden risicofactor, zoals lange werkdagen, stof, UV-straling, lawaai en ergonomische belasting, en een of meer omschreven ziekten of aandoeningen. Onder leiding van WHO en ILO is in een intensief proces een gezamenlijke methodologie voor het opstellen van de reviews ontwikkeld. Het Coronel Instituut werd als WHO Collaborating Centre in Occupational Health gevraagd de leiding te nemen in twee systematische reviews over blootstelling aan ergonomische risicofactoren: een review over de prevalentie van beroepsmatige blootstelling aan ergonomische risicofactoren en een review over het verband tussen deze blootstelling en het voorkomen van een geselecteerd aantal aandoeningen van het bewegingsapparaat (vooral schouder-, elleboog en knieklachten; geen rug- en nekklachten, dat is al eerder gedaan) en knie- en heupartrose. Samen met collega’s uit Finland, Australië en Italië werd het project uitgevoerd door Henk van der Molen, Paul Kuijer, Joost Daams en Karin Proper onder leiding van Monique Frings-Dresen en Carel Hulshof. Daarnaast werkte vanuit het Coronel Instituut Sanja Kezic mee aan het review over huidkanker als gevolg van blootstelling aan UV-straling.

Drie publicaties
Het project, dat begin 2021 werd afgerond, heeft geleid tot drie publicaties: het protocol en de beide systematische reviews.1,2,3 Bij het review over de prevalentie van ergonomische risicofactoren ging het over beroepsmatige blootstelling aan fysieke belasting door kracht en houding, tillen, repeterende bewegingen, hand-armtrillingen, knielen en klimmen. Alleen onderzoeken gericht op ten minste vijf van deze risicofactoren werden in het review opgenomen. Het gaat om in de werkende bevolking veel voorkomende risicofactoren. Uitgaande van een blootstelling van minimaal 2 uur per werkdag aan een of meer van deze risicofactoren werd in een meta-analyse van drie grote Europese onderzoeken met in totaal 148.433 deelnemers een ‘pooled prevalence’ (gezamenlijke prevalentie) berekend van 76% (95% betrouwbaarheidsinterval 69-84%). Bij het tweede systematische review werden in totaal 4 cohortonderzoeken en 4 case control studies uit diverse werelddelen in een meta-analyse opgenomen. Vergeleken met geen of een lage mate van blootstelling (< 2 uur per dag) aan ergonomische risicofactoren hadden blootgestelde werknemers een hoger risico op het krijgen van schouder-, elleboog- of knieklachten (Odds ratio 1,76: 95% betrouwbaarheidsinterval 1,14 – 2,72) en knie- of heupartrose (Odds ratio 2,20: 1,42 - 3,40). Hoewel de kwaliteit van het bewijs in beide reviews als ‘laag’ werd beoordeeld (dit komt vooral door de strenge GRADE-criteria hiervoor) zijn de gevonden effecten wel statistisch significant en relevant. Het is dus belangrijk om bij preventie en behandeling van de genoemde klachten aandacht te besteden aan ergonomische risicofactoren.  

Schatting van de impact
Met behulp van onder andere deze gegevens trachten WHO en ILO nu te komen tot een schatting van de impact die dit wereldwijd op de gezondheid heeft. Het doel hiervan is om het beleid, de strategieën, financiering, uitvoering en evaluatie van (preventieve) activiteiten van de landen in de Verenigde Naties beter vorm te geven.

Referenties

  1. Hulshof CTJ, Colosio C, Daams JG, Ivanov ID, Prakash KC, Kuijer PPFM, Leppink N, Mandic-Rajcevic S, Masci F, van der Molen HF, Neupane S, Nygård CH, Oakman J, Pega F, Proper K, Prüss-Üstün AM, Ujita Y, Frings-Dresen MHW. WHO/ILO work-related burden of disease and injury: Protocol for systematic reviews of exposure to occupational ergonomic risk factors and of the effect of exposure to occupational ergonomic risk factors on osteoarthritis of hip or knee and selected other musculoskeletal diseasesEnviron Int 2019;125:554-66. doi: 10.1016/j.envint.2018.09.053.
  2. Hulshof CTJ, Pega F, Neupane S, van der Molen HF, Colosio C, Daams JG, Descatha A, Kc P, Kuijer PPFM, Mandic-Rajcevic S, Masci F, Morgan RL, Nygård CH, Oakman J, Proper KI, Solovieva S, Frings-Dresen MHW. The prevalence of occupational exposure to ergonomic risk factors: A systematic review and meta-analysis from the WHO/ILO Joint Estimates of the Work-related Burden of Disease and InjuryEnviron Int. 2021 Jan;146:106157. doi: 10.1016/j.envint.2020.106157
  3. Hulshof CTJ, Pega F, Neupane S, Colosio C, Daams JG, Kc P, Kuijer PPFM, Mandic-Rajcevic S, Masci F, van der Molen HF, Nygård CH, Oakman J, Proper KI, Frings-Dresen MHW. The effect of occupational exposure to ergonomic risk factors on osteoarthritis of hip or knee and selected other musculoskeletal diseases: A systematic review and meta-analysis from the WHO/ILO Joint Estimates of the Work-related Burden of Disease and InjuryEnviron Int. 2021 May;150:106349. doi: 10.1016/j.envint.2020.106349