Overslaan en naar de inhoud gaan

Deelvragen:

  1. Over welke maatregelen gaat het in stap 6?
  2. Van welke richtlijnen en praktijktips kan men gebruikmaken bij het opstarten van preventieve maatregelen?
  3. Hoe kunnen preventieve adviezen en maatregelen worden geselecteerd? Welke informatie is nodig? Wie spelen er een rol bij het selecteren van adviezen en maatregelen?
  4. Hoe kunnen preventieve adviezen worden ingevoerd?
  5. Hoe kan het effect worden geëvalueerd?
  6. Hoe kan arbodienstverlening worden georganiseerd om preventie van beroepsziekten optimaal op gang te brengen?  
     

Uitleg

1. Over welke maatregelen gaat in stap 6?

In deze stap gaat het om:

  • Primaire preventie. Primaire preventie is gericht op het voorkómen van beroepsziekten bij collega’s in het bedrijf of met dezelfde werkzaamheden. Neem de werkgerelateerde risicofactoren op in de RI&E en stel preventieve maatregelen op in bijbehorende Plan van Aanpak.
  • Secundaire preventie betreft vroegtijdige diagnostiek om het beloop van de ziekte gunstig te kunnen beïnvloeden. Bijv. een PMO/PAGO is gericht op vroegsignalering en preventie van beroepsziekten.
  • Tertiaire preventie betreft het voorkómen van progressie van de ziekte en uitval. Dit kunnen bijv. adviezen zijn over re-integratie.

Het denkproces ten aanzien van preventieve maatregelen voor een individu zijn vergelijkbaar met dat voor een groep werkenden.

 

2. Van welke richtlijnen en praktijktips kan men gebruikmaken bij het opstarten van preventieve maatregelen?

Inhoudelijk:

  • Raadpleeg hulpbronnen, zoals registratierichtlijnen op beroepsziekten.nl, NVAB-richtlijnen en overweeg deskundigheid in te schakelen, bijvoorbeeld via de helpdesk van het NCvB. 
  • Gebruik je netwerk of het netwerk van de organisatie voor het raadplegen van experts op specifieke onderwerpen, zoals arbeidshygiënisten, ergonomen, psychologen, A&O deskundigen, veiligheidskundigen, etc.

T.a.v. werkgever en leidinggevenden:

  • Biedt hulp en advies aan vanuit een neutrale positie.
  • Wijs de organisatie op medische consequenties van het werk en/of een bepaald soort aanpak. Ga in op het kostenaspect van verzuim en presenteïsme.
  • Overweeg RIE om tot een plan van aanpak te komen en evt. PAGO of PMO voor vroegsignalering van gezondheidsklachten.

T.a.v. leidinggevende en werkenden:

  • Bezoek het bedrijf. Regel een bedrijfsbezoek bij voorkeur via een direct leidinggevende, via zijn verzuimende medewerker(s) of via de arbo-/preventiemedewerker.
  • Loop mee op de werkplek.   
     
Lees verder

De praktische tips die in dit zes-stappenplan zijn verzameld zijn afkomstig uit Praktijkvoorbeelden Preventie, een bundeling van praktijkvoorbeelden die in de afgelopen 5 jaar in TBV zijn verschenen. De artikelen zijn bedoeld om (jonge) bedrijfsartsen in Nederland te stimuleren om in hun dagelijkse werkzaamheden meer aandacht te schenken aan preventieve activiteiten. De praktische tips en uitgewerkte voorbeelden kunnen daarbij helpen. Het boekje is toegankelijk via de website van de NVAB: Praktijkvoorbeelden Preventie (nvab-online.nl)

De bedrijfsarts adviseert het individu én de organisatie. De bedrijfsarts hoort als onafhankelijk dokter die deskundig is op het gebied van de relatie tussen werk en gezondheid, niet alleen de werknemer te begeleiden, maar ook de organisatie te adviseren. Een proactieve houding van de bedrijfsarts in zowel de directiekamer als op de werkvloer is daarbij essentieel. 

Het kostenbewustzijn ten aanzien van verzuim is bij werkgevers vaak laag. Ook het verschijnsel ‘presenteïsme’ is veelal onbekend. Presenteïsme houdt in dat medewerkers wel aanwezig zijn, en zich dus niet hebben ziekgemeld, maar dat hun productiviteit verlaagd is.

Meelopen op de werkplek draagt bij het vormen van een goed beeld over de aard en de belasting van het werk. Het draagt tevens bij aan het respect en de waardering die de bedrijfsarts krijgt van de klant en de medewerkers, omdat op deze manier echt interesse wordt getoond in het werk (Biseswar, 2018). 

 

3. Hoe kunnen preventieve adviezen worden geselecteerd? Welke informatie is nodig? Wie spelen een rol?

Voer zelf de volgende stappen uit of delegeer deze:

  • Selecteer de oorzakelijke risicofactor(en)..
  • Inventariseer potentiële maatregelen stapsgewijs conform de arbeidshygiënische strategie (STOP):
    1. Substitutie: wegnemen of reduceren van de bron van het probleem.

    2. Technische maatregel.

    3. Organisatorische en/of procedurele maatregelen.

    4. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) / (re-)vaccinatie (bij biologisch agens).

  • Stel vast wat er bekend is over de voor- en nadelen van de maatregel(en)
  • Bespreek met de 
  • werkgever, leidinggevende(n) en/of de (afvaardiging van) werkende(n):
    • Potentiële voor- en nadelen van preventieve maatregelen
    • Waarden en voorkeuren van het bedrijf en werkende(n)
    • Uw professioneel perspectief
    • Kosten
    • Haalbaarheid, uitvoerbaarheid
    • Implementatie
  • Maak gezamenlijk een keuze.
  • Maak afspraken over de uitvoering en het vervolg. Leg deze vast. 
     
Lees verder

Preventie is een kerntaak van de bedrijfsarts. De Arbowet biedt bedrijfsartsen mogelijkheden en kansen om preventie op de kaart te zetten in samenspraak met hun opdrachtgevers.

Interventies kunnen gericht zijn op de behandeling van de beroepsziekte of primair of secundair preventief. De behandeling ('tertiaire preventie') van beroepsziekten wordt in dit achtergronddocument niet besproken. De NVAB-richtlijnen bieden hiervoor handvatten.

Het signaleren van beroepsziekten is een opstap voor preventie van beroepsziekten: niet alleen voor de individuele werknemer, maar juist ook voor de groep werknemers (Kuijer et al., 2013). Voor het nemen van beheersmaatregelen wordt in de Arbowet de arbeidshygiënische strategie (STOP) beschreven. De bedrijfsarts kan werkgever en werknemer ondersteunen bij het toepassen van deze strategie en het aanpassen van de werkbelasting (Kuiper e.a., 2011). In de STOP-strategie zijn de stappen:

  1. Substitutie: de voorkeur wordt gegeven aan het wegnemen of reduceren van de bron van het probleem (bijvoorbeeld het vervangen van een gevaarlijke stof door een minder gevaarlijke stof).
  2. Technische maatregelen: als substitutie niet mogelijk is of onvoldoende de blootstelling vermindert, komen technische maatregelen in beeld (bijv. afzuiging, het aanbrengen van geluidswerend materiaal rondom machines en het gebruik van karren om zware lasten te verplaatsen).
  3. Organisatorische maatregelen: vervolgens volgen individuele, organisatorische en/of procedurele maatregelen (bijv. het plaatsen van medewerkers in een afgesloten ruimte van waaruit het proces te volgen is, adviezen om de blootstelling door tillen te verminderen, taakroulatie om de tijd die in een lawaaierige ruimte gewerkt moet worden te beperken)
  4. Persoonlijke beschermingsmiddelenm: als geen van de eerdere maatregelen lukt, worden persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt om schade te voorkomen, zoals gehoorbescherming, beschermende handschoenen, veiligheidsschoenen of adembescherming. De werkgever moet toezien op het gebruik van PBM, werknemers zijn verplicht om de PBM te gebruiken en instructies over het gebruik van PBM te volgen.

Voor de preventie van biologische agentia is er het bio‐arbeidshygiënisch principe. Dit principe is opgezet naar analogie met het arbeidshygiënische principe (BAH kaarten | KIZA (beroepsziekten.nl)).

Selecteren van preventieve adviezen en maatregelen

Nadat er potentieel effectieve maatregelen zijn geïdentificeerd, is er overleg met verschillende partijen in de organisatie nodig om tot een definitieve selectie te komen.

Stel vast wat er bekend is over de voor- en nadelen van de maatregel(en).

  • Bespreek met de werkgever, leidinggevende(n) en evt. de (afvaardiging van) werkende(n):
  • Potentiële voor- en nadelen van preventieve maatregelen

Hoe groot zijn deze (potentiële) voor- en nadelen? Hoeveel zekerheid is er over deze voor- en nadelen?

  • Waarden en voorkeuren van het bedrijf en werkende(n)

Wat vinden werkenden belangrijk? Waar hechten zijn waarde aan? Wat is belangrijk voor het bedrijf?

  • Uw professioneel perspectief

Heeft u of een collega ervaring met bepaalde preventieve maatregelen? Wat zijn uw argumenten voor of tegen een bepaald advies/maatregel? Hoe weegt u de mogelijke voor- en nadelen?

  • Kosten

Hoe verhouden de kosten zich tot de verwachte voordelen?

  • Haalbaarheid, uitvoerbaarheid

Zijn de maatregelen haalbaar/uitvoerbaar? Wat zijn de praktische (on)mogelijkheden? Hoe kunnen deze worden weggenomen? Is training/scholing nodig om de adviezen/maatregelen uit te voeren?

  • Implementatie

Kunnen de maatregelen geïmplementeerd worden? Wat staat mogelijke implementatie in de weg? Wat zou implementatie bevorderen?

  • Maak gezamenlijk een keuze.
  • Maak afspraken over de uitvoering en het vervolg. Leg deze vast.
 

 

4. Hoe kunnen preventieve adviezen en maatregelen worden ingevoerd?

Voer zelf de volgende stappen uit of delegeer deze:

  • Analyseer sociale en organisatorische context
  • Selecteer implementatie-strategie(ën) en/of combinaties van strategieën.
  • Stimuleer de invoering van maatregelen   
     
Lees verder

Laat de voorbereiding door de organisatie zelf doen. Analyseer sociale en organisatorische context:

  1. Wie zijn betrokken?
  2. Welke knelpunten zijn er en kunnen die opgeheven worden?
  • Selecteer implementatie-strategie(ën)
    1. informatieve strategieën (zoals bijeenkomsten, brochures)
    2. educatieve strategieën (zoals trainingen)
    3. dwingende strategieën (zoals controles)
    4. overtuigende strategieën (zoals een proefproject, tesperiode)
    5. faciliterende strategieën (zoals belastingvoordeel of gratis verstrekking)
  • Stimuleer de invoering van maatregelen
    1. Stel specifieke, meetbare en haalbare doelen op samen met werkgever en eventueel de (afvaardiging van) werkende(n).
    2. Maak een realistische tijdsplanning om de preventieve maatregelen in te voeren.

5. Hoe kan het effect worden geëvalueerd?

Voer zelf de evaluatie uit of delegeer deze. Evalueer na enige tijd (1 á 3 maanden) en op langere termijn (3 á 12 maanden).

Indien doelen niet of onvoldoende zijn behaald en/of uit de evaluatie blijkt dat het effect onvoldoende is: overweeg om het proces vanaf het selecteren van maatregelen opnieuw te doorlopen.

Lees verder

Voer zelf de evaluatie uit of delegeer deze. Evalueer enige tijd (1 á 3 maanden) na invoering:

  1. in welke mate de preventieve maatregelen worden toegepast en evt. waarom niet.
  2. in welke mate de beoogde reductie van blootstelling wordt behaald en evt. waarom niet.

Evalueer op langere termijn (3 á 12 maanden), indien mogelijk:

  1. in welke mate de beoogde gezondheidseffecten worden behaald

Indien doelen niet of onvoldoende zijn behaald en/of uit de evaluatie blijkt dat het effect onvoldoende is: overweeg om het proces vanaf het selecteren van maatregelen opnieuw te doorlopen.

 
Hulpbronnen

Beroepsziekten.nl | Nederlands Centrum voor Beroepsziekten

Praktijkvoorbeelden Preventie (nvab-online.nl)

6. Hoe kan arbodienstverlening worden georganiseerd om preventie van beroepsziekten optimaal op gang te brengen?

Bedrijfsartsen kunnen bijdragen bij de organisatie van preventieve arbodienstverlening:

  • Overweeg een externe adviseur te introduceren bij het bedrijf voor specifieke activiteiten rondom preventie.
  • Verzorg jaarlijks terugkoppeling aan de klanten op basis van eigen registraties en waarnemingen en identificeer preventieve adviezen.
  • Overweeg, bijvoorbeeld naar aanleiding van een beroepsziektemelding, een PAGO / PMO aan te bieden dat is toegespitst op de functies en risico’s van het werk in de organisatie. Spoor gezondheidsschade zo (in een vroeg stadium) op.
  • Werk samen met relevante arboprofessionals zoals arbeidshyiënist, veiligheidskundige, arbeidsdeskundige, arbeidspsycholoog, ergonoom.
  • Werk samen met HR-adviseur, OR, preventiemedewerker, leidinggevenden of andere relevante stakeholders bij de klant.

Arbodiensten kunnen bijdragen bij de organisatie van preventieve arbodienstverlening:

  • Stel samen met de klant(en) een providerboog op, zodat er laagdrempelig en preventief deskundigen worden ingezet waartoe medewerkers zelf direct toegang krijgen.