Info over gehoor bescherming

INFO over Gehoorbescherming

  • Oorkappen en gehoorhelmen
  • Oorpluggen en –doppen
  • Otoplastieken

Er bestaan twee soorten beschermingsmiddelen: inwendige en uitwendige beschermingsmiddelen.

Uitwendige beschermingsmiddelen zijn oorkap en gehoorhelm.

Inwendige beschermingsmiddelen zijn:

  • licht vervormbare oordopjes met de zgn. lamellen van zacht siliconen materiaal, eventueel met oofdbeugel of met touwtje
  • naar het oor vervormbare dopjes van traagschuim (polyurethaan),
  • naar het oor vormbare oorwatten, (wasbolletje met watten) en
  • otoplastieken, van hard acryl of zacht siliconen materiaal.

Hieronder een vergelijkend overzicht:

 

1

2

3 = A

4 = B

5 = C

6 = D

Beschermzekerheid

Comfort

Toepasbaarheid

Gebruikerseenvoud

Bereidheid tot gebruik

Kosten

Kosten per dag**

Max. demping (in dB)

+

-

-

+

-

-

+

15 - 25

+

-

-

+

-

-

+

15 -25

-/+

-/+

+

-

+

++

-

5 - 10

-/+

-

+

-

-/+

++

-

10 -15

-/+

+

+

-

-

++

-

10 - 15

++

++

#

++

++

--

+

15 - 25(#)

Verklaring van de nummers in de tabel:

1 = gehoorkap, schuimring                    4 = oorstopje (traagschuim) = B

2 = gehoorkap, vloestofring                   5 = was/ donswatten bol (goed aangebracht) = C

3 = oordop (evt. met touwtje) = A           6 = otoplastiek = D

*           Kosten:

-           Geeft aan dat de aanschafprijs hoger dan € 50 zal zijn maar minder dan € 100

--          Geeft aan dat de aanschafprijs € 100 of meer zal zijn

++        Geeft aan dat de aanschafprijs per stuk ligt tussen de € 0,20 en € 3

**         Kosten per dag:

-           Geeft aan dat de kosten per dag relatief hoog zijn en de artikelen verbruiksartikelen zijn.

+          Geeft aan dat de kosten per dag gering zijn door de relatief lange afschrijvingskosten

#          Door de keuzemogelijkheid c.q. instelbaarheid ten aanzien van de gewenste demping is de toepasbaarheid zeer groot.

Toelichting otoplastieken:

Otoplastieken zijn persoonlijke beschermingsmiddelen tegen schadelijk geluid die geheel op maat worden gemaakt en ingesteld worden op de omstandigheden waaronder de bescherming wordt gedragen. Ze bestaan uit een oorstukje, voorzien van een akoestisch kanaaltje. In dit kanaaltje wordt een filter geplaatst dat de frequenties in het hoorbare gebied in meer of mindere mate dempt. Het aanmeten van otoplastieken is specialistisch werk.

Het is erg belangrijk een goede filter te kiezen. Een te lichte filter dempt het geluid onvoldoende. Een te zwaar filter kan een te afgesloten gevoel geven in de omstandigheden waar de toepassing nodig is.

Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden in filters voor de industrie, motorrijders en horecapersoneel en filters die in de muziekbranche gebruikt worden door musici.

Voor mensen in de industrie, motorrijders en horecapersoneel is het belangrijk dat zo goed mogelijk hun oren beschermd worden tegen overmatig lawaai, waarbij de hoge tonen meer gedempt moeten worden dan de lage tonen.

Bij musici is het nodig een filter te gebruiken dat op alle frequenties een vlakkere demping geeft. Belangrijk is daarbij een balans te vinden wat er gedempt moet worden en wat er nog gehoord moet worden om zuiver te kunnen spelen.

Daarnaast is het belangrijk periodiek de otoplastiek te testen op afdichting van het oor. Een otoplastiek die niet goed past kan een gevoel van "schijnzekerheid" geven. De gebruiker kan zelf niet tot nauwelijks beoordelen of de otoplastiek goed functioneert. Het is wel belangrijk om te realiseren dat voor kortstondig gebruik de otoplastieken minder geschikt zijn (vieze vingers bij het in- en uithalen van otoplastieken, makkelijk zoekraken).

Enkele normen voor gehoorbeschermingsmiddelen: NEN-EN 548 en NEN-EN 352 1 tot 3

Waaraan moet een otoplastiek voldoen:

  • kwalitatief hoogwaardig op maat gemaakt product welke direct prettig in het oor past en waar eventuele drukplekken ter plekke kunnen worden opgelost door de leverancier
  • controle van de afdichting bij de aflevering van de gehoorbescherming
  • controle van de afdichting nooit door het filter, anders wordt de afdichting van het filter getest en niet de afdichting van de otoplastiek in het oor
  • jaarlijkse herhaling van deze controle van de afdichting
  • vervanging van de otoplastiek bij geen/slechte afdichting
  • onderhoud door regelmatige reiniging ook om ontsteking te voorkomen
  • instructie voor het gebruik en onderhoud aan de drager.
  • voorlichting over de gevolgen van lawaai voor de drager van de gehoorbescherming, om bereidheid van continue dragen te vergroten
  • filter past bij de lawaaisituatie waarin de drager werkt, zo min mogelijk demping waarbij de medewerker ten minste niet wordt blootgesteld aan meer dan 80 dB(A) of liever nog minder dan 75 dB(A).