Wat zijn deukdijen, hoe ontstaan ze en wat kan ik er aan doen?

Wat zijn deukdijen, hoe ontstaan ze en wat kan ik er aan doen?

Deukdijen (ribbeldijen op z'n Vlaams)
Medische term: Lipodystrofia semicircularis

Deukdijen zijn onschuldige indeukingen van de huid en de onderliggende vetlaag aan de voorkant van het bovenbenen. Meestal komen ze aan beide benen tegelijk voor en lopen ze iets schuin: de buitenkant van de deuk ligt wat hoger dan de binnenkant. Meestal worden ze ontdekt in de vroege zomer als mensen weer zomerkledij gaan dragen of aan het strand gaan liggen en de benen zichtbaar zijn. Vrouwen worden vaker getroffen dan mannen. Men vindt ze voornamelijk bij mensen die zittend werk verrichten en dat gebeurt tegenwoordig meestal aan een beeldscherm. Behalve cosmetisch zijn er nooit andere klachten

Deukdijen of verschijnselen die erop lijken zijn al tientallen jaren bekend. Men dacht vroeger dat ze door het dragen van nauwe spijkerbroeken ontstonden.

Tegenwoordig geeft men de volgende drie verklaringen die geen van drie-en goed onderbouwd zijn:

  1. Directe druk van bijvoorbeeld tafel, bureaubladondersteuning op de bovenbenen. Dit verschijnsel ziet men ook bij het dragen van een strakke bril: er ontstaan dan vaak deuken in het verloop van de brillenpoten. In de praktijk is er echter zelden sprake van een intensief contact tussen boven benen en bureauconstructie en bovendien past het verloop van de lijnen er niet altijd bij.
  2. De EM theorie (vooral Belgische aanhangers) Computerapparatuur zou elektromagnetische velden induceren die ter hoogte van het metalen bureau het bovenbeen zouden beïnvloeden. Opvallend is dat de velden zulke lokale afwijkingen veroorzaken. Men beweegt immers constant heen en weer. Aarden van het bureau zou dan de oplossing zijn en niet gepubliceerd Belgisch onderzoek zou daar op wijzen. Zie ook Deukdijen toch door elektromagnetisme?

  1. De afschuifkrachten theorie 
    Het bovenbeen wordt omvat door een circulaire bindweefselstructuur. Bij het zitten ontstaan door wrijving tussen bovenbenen en de stoelzitting. Hierbij ontstaan er afschuifkrachten welke zeker bij “het hangen in de stoel” horizontaal gericht zullen zijn. Er wordt dan aan de onderkant van de bindweefselring getrokken waardoor de ring aan de bovenkant voor een indeuking zorgt. Dit gebeurt de gehele dag in wisselende mate. Vooralsnog lijkt dit tot op heden de biologisch meest waarschijnlijke verklaring. De te adviseren oplossing is aanpassing van de ergonomie waardoor men rechter op kan zitten en ook het advies geven om recht op de stoel te gaan zitten zodat horizontale krachten vermeden worden. 

Hoe het ook zij: ieder advies gebaseerd op welk mechanisme dan ook, blijkt in de praktijk te werken! Het is dus in principe een self limiting disease zonder ernstige gevolgen.